Absolute codering
Absolute codering verwijst naar het gebruik van specifieke geheugenadressen om gegevens of instructies voor te stellen bij computerprogrammering. Bij absolute codering specificeert de programmeur rechtstreeks de geheugenadressen waar gegevens of instructies in het geheugen van de computer worden opgeslagen. Deze aanpak staat in contrast met relatief coderen, waarbij de programmeur relatieve geheugenadressen gebruikt die worden berekend op basis van de huidige locatie van het programma in het geheugen.
Absolute codering wordt meestal gebruikt in low-level programmeertalenZoals assembleertaal, waar directe controle over het geheugen nodig is. Het maakt precieze controle mogelijk over de locatie van gegevens en instructies, wat belangrijk kan zijn in bepaalde toepassingen, zoals besturingssystemen of stuurprogramma's voor apparaten.
Absolute codering kan echter ook moeilijker zijn om mee te werken dan relatieve codering, omdat het vereist dat de programmeur een diepgaand begrip heeft van de geheugenarchitectuur van de computer. Het kan ook de code minder draagbaar, omdat veranderingen in de geheugenlayout van de computer ervoor kunnen zorgen dat het programma mislukt.
Over het algemeen is absolute codering een belangrijke techniek in computerprogrammering, vooral in low-level talen. Hoewel het een hoge mate van vaardigheid en kennis vereist om effectief te gebruiken, kan het nauwkeurige controle bieden over het geheugen van de computer en het maken van sterk geoptimaliseerde programma's mogelijk maken.